Vuurwerk in Alkmaar en de algemene vrede
Als u deze column leest is er een kans, dat u regelmatig wordt opgeschrikt door een donderslag. Klinken die krengen nou nog weer harder dan vorig jaar, denkt u. Uw kat zit al onder de bank. Uw hond moet nodig worden uitgelaten, maar wil niet. U ook niet, eigenlijk. De schooljeugd heeft zo veel vuurwerk ingekocht dat dat niet pas allemaal tijdens de jaarwisseling kan worden afgestoken. Een kind begrijpt dat. Dat vraagt dus om wetsovertreding. Op de website van de politie staat: “Let op, vanaf 2014 mag vuurwerk afsteken alleen op 31 december vanaf 18.00 uur ’s avonds tot 1 januari 2.00 uur ’s nachts.” De rotjochies van het knalwerk kennen de oorspronkelijke bedoeling vast niet. De boze geesten die verjaagd zouden moeten worden zijn zij eigenlijk zelf, maar waar zie je nog een diender op straat?
Heeft de Alkmaarse geschiedenis wat met vuurwerk? Daar is weinig van bekend. In het Regionaal Archief vond ik een mooie kleurenprent: Afbeelding van een kunst-vuurwerk, gemaakt door eenige liefhebbers, onder directie van Cornelis Julianus van Fokkenberg, bij gelegenheid van de algemeene vrede, gesloten te Amiens op den 27e maart 1802, en afgestoken op de kaasmarkt binnen Alkmaar, op den 2e junij 1802″, een staketsel met diverse soorten vuurwerk en in het midden een gedenknaald met daarop de tekst ‘Algemene Vrede’ en een plaquette met de Europese maagd en de randtekst ‘Europaas wensch’. Engeland hield Napoleon onder de duim met een genadeloze handelsbarrière. De overzeese handel lag stil. Ook Alkmaar werd daar zwaar door getroffen. Toen er in Amiëns dan eindelijk vrede kwam was men dolgelukkig. Ook in Alkmaar. Een dikke twee maanden na de vrede (men nam toen nog de tijd om het nieuws te verwerken) kwam er een feestje op de kaasmarkt. Maar alles onder controle van het stadsbestuur, geen teistering van buurten en dieren. Wie de prent wil zien kan op onze website kijken. Die vrede was na een jaartje weer over trouwens, maar dat terzijde.
Vuurwerk afsteken is een oud volksgebruik, ‘immaterieel erfgoed’ dat je moet bewaren. Als het ontaardt in vandalisme, het plezier verwordt tot angst en ergernis, wordt het tijd om oude gebruiken te vernieuwen. Zoiets als in 1802 lijkt een inspirerend voorbeeld: elke buurt zijn eigen plek voor een vuurwerkspektakel, onder controle van het stadsbestuur, op het moment van de jaarwisseling. En voor de rest vooral zo’n ‘algemene vrede’.